Wat moet je onthouden:

Onregelmatige en hevige menstruatie:

  • Woelige periode van onregelmatiger, lichter, heviger, overvloediger, te vroeg of te laat menstrueren.
  • 12 maanden geen menstruatie = menopauze.

Slecht slapen:

  • Verminderde slaapkwaliteit.
  • Verschillende uitingsmogelijkheden.

Opvliegers, hartkloppingen, blozen en zweten:

  • Opvlieger: plots opkomend gevoel van intense warmte.
  • Hartkloppingen, blozen en zweten gaan hiermee gepaard.
  • Duur: individueel verschillend

Vaginale atrofie, dyspareunie en seksuele veranderingen:

  • Oestrogeengehalte daalt -> vagina wordt droger en minder elastisch (vaginale atrofie)
  • Penetratie kan hierdoor pijnlijk zijn bij seksuele betrekking (dyspareunie)

Botontkalking:

  • Normaal: evenwicht tussen opbouw en afbraak
  • Menopauze: versnelde afbraak door daling oestrogeen

Hart- en vaatstelsel:

  • Oestrogeenproductie daalt: vaatstelsel veroudert + sneller aderverkalking

Symptomen van de urinewegen:

  • 3 soorten urine incontinentie
  • Pijn bij plassen: urineweginfectie
  • Verschillende soorten prolaps mogelijk (verzakking).
  • Minder oestrogeen: slijmvliezen droger en minder elastisch: kan zorgen voor jeuk en pijn aan de urinewegen en/of vagina

Gewichtstoename:

  • Gewichtstoename mogelijk: eerder op buik en heupen.

Symptomen

Ondanks dat de menopauze geen ziekte is, kan dit toch gepaard gaan met symptomen. Niet elk symptoom is ook meteen een klacht.

 

Bij sommige vrouwen zijn de symptomen slechts tijdelijk en mild. 1 op de 3 vrouwen raakt zelfs zonder klachten door de overgang. Maar er zijn ook veel vrouwen die jarenlang klachten hebben die een impact hebben op de levenskwaliteit. 2 op 3 vrouwen krijgt met een of meerdere verschijnselen te maken tijdens de perimenopauze. Natuurlijk is dit op voorhand onmogelijk te voorspellen, want elke vrouw is anders. De symptomen van de menopauze kunnen ook enorm variëren van persoon tot persoon, maar stress heeft hier ook een grote invloed op. Hoe meer stress de vrouw ervaart, hoe meer klachten er zullen zijn en hoe erger deze zich uiten.

Onregelmatige en hevige menstruatie

De overgang begint bij veel vrouwen met een verandering van het menstruatiepatroon. In de premenopauze vertraagt de activiteit van de voortplantingsorganen geleidelijk. Hierdoor maken je eierstokken minder oestrogeen en progesteron aan. In het begin van de overgang is er een daling van het progesteron. Daardoor volgen je menstruaties elkaar sneller op. 

 

Op een later tijdstip in de overgang daalt het oestrogeengehalte. Het duurt steeds langer om eicellen te laten rijpen. Dit kan dan weer juist resulteren in een langere tijd tussen twee menstruaties. Doordat het langer duurt voordat de volgende menstruatie komt, kan je baarmoederslijmvlies ook langer groeien. Het slijmvlies wordt dikker en bij de volgende menstruatie wordt er meer afgestoten. Daarom kan het zijn dat je meer bloedverlies hebt en dat het veel heviger is. Er kunnen ook stolsels aanwezig zijn.

 

Er kan daarnaast ook sprake zijn van spotting. Dit zijn vaginale bloedingen buiten de menstruatieperiode. Dit wordt veroorzaakt door de hormonale ontregeling. Er zal dan een doorbraakbloeding zijn als reactie op de nieuwe hormonale situatie.

 

Aan deze woelige periode van onregelmatiger, lichter, heviger, overvloediger, te vroeg of te laat menstrueren komt een einde. De menstruaties zullen uiteindelijk helemaal uitblijven. Wanneer je 12 maanden niet meer ongesteld bent geweest, kan met grote zekerheid gezegd worden dat je in de levensfase zit na de menopauze. Indien het niet helemaal duidelijk is wanneer je laatste menstruele bloeding was, kan je beroep doen op een FSH-bepaling. 

Slecht slapen

De slaapkwaliteit verslechtert over het algemeen met het ouder worden. Indien vrouwen in de overgang komen, nemen de slaapproblemen nog toe. Dit varieert bij premenopauzale vrouwen van 16% tot 42%, bij perimenopauzale vrouwen van 39% tot 47% en bij postmenopauzale vrouwen van 35% tot 60%.

 

Slaapproblemen kunnen zich op verschillende manieren uiten. Sommige vrouwen hebben vooral problemen om in slaap te vallen. Anderen komen kort nadat ze in slaap gevallen zijn weer wakker. En nog andere vrouwen komen ‘s ochtends vroeg wakker en kunnen niet meer in slaap vallen.

 

In literatuur worden factoren die slaapstoornissen tijdens de overgang kunnen veroorzaken aangehaald. Dit kan te wijten zijn aan de schommelingen van de vrouwelijke geslachtshormonen. Ook vasomotorische symptomen zoals nachtelijk zweten en nachtelijke opvliegers, veroudering of stressvolle gebeurtenissen kunnen oorzaken zijn.

Opvliegers, hartkloppingen, blozen en zweten

Een opvlieger, ook wel vapeur of hot flushes genoemd, is een plots opkomend gevoel van intense warmte. Vanuit de borst breidt dit zich uit over de hals, het hoofd en soms het hele lichaam. Roodheid, hevig transpireren en hartkloppingen kunnen hierbij gepaard gaan. Opvliegers kunnen ook voorkomen tijdens de nacht gepaard met nachtelijk zweten. In ernstige gevallen kunnen hierdoor slaapproblemen, moeheid en prikkelbaarheid ontstaan.

 

Een daling van de oestrogeenproductie is hier de hoofdoorzaak van. De hypothalamus, een onderdeel in de hersenen die in staat voor de regeling van de lichaamstemperatuur, komt hierdoor in de war. Door een kleine verandering van je kerntemperatuur vindt er vasodilatatie plaats in je lichaam. Hierdoor zal je lichaam als tegenreactie beginnen zweten. Na een tijdje merkt je lichaam dat afkoelen niet nodig is, waarna de opvlieger ook zal stoppen.

 

Voor het begin van de overgang komen opvliegers al bij 55% van de vrouwen voor. Natuurlijk neemt het aantal en de ernst toe naarmate vrouwen in de overgang komen. 85% van de vrouwen meldt namelijk last te hebben van opvliegers tijdens de menopauzale overgang.

 

De frequentie varieert natuurlijk ook van persoon tot persoon. Sommige vrouwen hebben slechts een paar opvliegers per week. Anderen hebben er dagelijks last van. De duur van een vapeur is ook van elke vrouw verschillend. In literatuur wordt beschreven dat dit meestal een minuut tot 5 minuten aanhoudt, maar het kan ook zijn dat het tot een uur duurt.

Vaginale atrofie, dyspareunie en seksuele veranderingen

Je vagina blijft normaal vochtig doordat klieren, die in het slijmvlies van de baarmoederhals zitten, een hydraterende vloeistof produceren. Door deze vloeistof worden ziekteverwekkende bacteriën en dode cellen verwijderd. Daarnaast bevinden de klieren van Bartholin zich aan de vaginaopening waardoor je vulva constant wordt bevochtigd.

 

Deze klieren staan onder invloed van onze hormonen. Tijdens de overgang daalt je oestrogeengehalte waardoor het slijmvlies in je vagina geleidelijk aan droger en dunner wordt. Je schede wordt daardoor minder elastisch, wat we vulvovaginale atrofie heten. Door dit alles is er steeds minder bevochtiging in je vagina, wat voor vaginale droogheid kan zorgen. Ongeveer de helft van de vrouwen boven de 45 jaar heeft hier last van.

 

Door de vaginale droogheid kan vrijen minder soepel gaan. Bij penetratie kan seksuele betrekking pijnlijk zijn. Dit noemen we dyspareunie. Door de wrijvingen kan je vagina geïrriteerd raken en zelfs beginnen bloeden. 22 tot 33% van de postmenopauzale vrouwen die coïtaal actief zijn, hebben hier last van.

 

Daarnaast hebben veel vrouwen last van een branderig gevoel en jeuk aan de schede. Verder ben je ook gevoeliger voor infecties en vaginitis. De beschermende factor van het vocht in de vagina tegen bacteriën en ziektekiemen is namelijk wat weggevallen. 

 

Door al deze veranderingen kan het zijn dat je een verminderd libido hebt. Maar ook de daling van testosteron is hier een oorzaak van. Testosteron is namelijk het hormoon dat verantwoordelijk is voor je seksuele zin, het libido. Verder kunnen slapeloze nachten, vermoeidheid en humeurigheid tijdens de overgang ook zorgen voor minder zin in vrijen.

Botontkalking

1 op de 3 vrouwen heeft in de postmenopauze met botontkalking te maken. Een ander woord voor botontkalking is osteoporose, dit betekent letterlijk het poreus worden van de botten. Doordat je beenderen een deel van hun mineralen verliezen, wordt de botstructuur aangetast. Hierdoor vermindert de botdichtheid waardoor je botten sneller zullen breken.

 

Doorheen ons leven veranderen onze beenderen constant. Er is voortdurend afbraak en opbouw. Iedereen begint vanaf de leeftijd van 30 jaar heel traag een klein beetje bot te verliezen. Het botweefsel wordt dan met andere woorden sneller afgebroken dan opgebouwd. Dit heeft geen gevolgen en gebeurt zowel bij mannen als vrouwen. Met de leeftijd neemt de botdichtheid af. Minder botmassa is dus een normaal verschijnsel in het verouderingsproces.

 

Bij de overgang kan afbreking van je bot toenemen door daling van het oestrogeengehalte. Oestrogenen remmen namelijk de afbraak van het bot en stimuleren de opbouw. Door de daling van je oestrogenen tijdens de menopauze is het evenwicht tussen opbouw en afbraak van het bot verstoord. Dit is dus de reden waarom vrouwen in de menopauze te maken krijgen met versnelde botontkalking.

Hart- en vaatstelsel

Hartaandoeningen ontwikkelen zich bij vrouwen in vergelijking met mannen gemiddeld 10 jaar later in hun leven. Dit is te wijten aan het effect van oestrogenen. Vrouwen zijn dus voor de menopauze beter beschermd tegen hart- en vaatziektes dan mannen. 

 

Door de overgang komt er een tekort aan oestrogenen. Dit tekort zorgt ervoor dat je vaatstelsel sneller ouder wordt. Kalkplaatjes gaan op de wand van je bloedvaten zitten waardoor je bloedvaten nauwer worden. Dit fenomeen noemen we aderverkalking of arteriosclerose. Het risico op een beroerte of infarct wordt daardoor groter.

 

Uiteraard is de menopauze hier niet alleen verantwoordelijk voor. Het is een multifactoriële aandoening. Andere factoren zoals leeftijd, levensstijl, hoge bloeddruk, hoge cholesterolwaarden, diabetes, overmatig alcoholverbruik, roken en weinig lichaamsbeweging spelen ook een rol.

Symptomen van de urinewegen

Urine-incontinentie wordt beschreven als een taboe waar de vrouw niet gemakkelijk voor naar de dokter gaat. Meestal wordt urine-incontinentie aangehaald tijdens een consult als tweede klacht of wordt het slechts even tussendoor vermeld.

 

Nochtans heeft één op de vier vrouwen jonger dan 65 jaar te maken met urine-incontinentie tijdens haar leven. Daarnaast heeft 7% van de vrouwen jonger dan 65 jaar dagelijks last van urine-incontinentie. Bij vrouwen ouder dan 65 jaar is het percentage van vrouwen die dagelijks last hebben van urineverlies verdubbeld naar 14%. 

 

Er worden drie verschillende soorten urine-incontinentie beschreven. Bij urge-incontinentie heb je plots een hevige drang tot urineren, dit gaat gepaard met urineverlies. Stressincontinentie is dan weer urineverlies bij verhoogde intra-abdominale druk, bijvoorbeeld bij het lachen, niezen of hoesten. Als laatste bestaat er nog gemengde incontinentie, dit is een combinatie van stress-en urge-incontinentie. Het merendeel van de vrouwen jonger dan 65 jaar meldt last te hebben van urge-incontinentie, 16% van de vrouwen heeft last van stressincontinentie en 18% ervaart gemengde incontinentie.

 

Vooral bij vrouwen die last hebben van urge- of gemengde incontinentie wordt de kwaliteit van leven beïnvloedt. Dit gaat gepaard met slecht slapen, verminderde sociale contacten, weinig ondernemingszin, emotionele instabiliteit en weinig zelfvertrouwen. Vrouwen met urineverlies voelen vooral schaamte, verlies van zelfvertrouwen en angsten om voor schut te staan. Hieruit kan geconcludeerd worden dat urineverlies gepaard gaat met een verminderd psychologisch en sociaal welzijn.

 

Uit literatuur blijkt dat er ook zaken zijn die incontinentie in de hand werken of het blijven onderhouden. Enkele voorbeelden hiervan zijn overmatige vochtinname, cafeïne, geneesmiddelen met een sympathisch of parasympatisch effect, snelwerkende diuretica, alcohol, …

 

Wanneer de vrouw echter pijn ervaart tijdens het plassen wijst dit eerder op een urineweginfectie.

 

Naast urine-incontinentie of een urineweginfectie beschrijft de literatuur nog een andere klacht, namelijk prolaps. Het belangrijkste steunweefsel in het kleine bekken zijn de bekkenbodemspieren. Deze zorgen voor een effectieve afsluiting van de blaas en het rectum. De organen van het kleine bekken kunnen zakken als de steunfunctie van de bekkenbodemspieren te kort schiet. Op die manier kan een prolaps veroorzaakt worden. Verder kan postmenopauzaal verlies van oestrogenen bijdragen aan het verslappen van de bekkenbodemspieren.

 

Er bestaan verschillende soorten verzakkingen. Een prolaps, een verzakking van de inwendige geslachtsorganen, wordt vooral bij vrouwen ouder dan vijftig jaar gediagnosticeerd, en het voorkomen stijgt met de leeftijd, dit kan geconcludeerd worden uit hetzelfde hoofdstuk.

 

In een kwalitatieve studie naar de beleving van een prolaps blijkt dat ongeveer driekwart van de vrouwen vermeldt dat prolaps hen belemmert bij dagelijkse bezigheden zoals boodschappen doen, huishoudelijk werk, wandelen, sporten en reizen. Van de vrouwen met een seksuele relatie gaf een derde aan dat de coïtus pijnlijk was.

 

Jeuk en pijn aan de urinewegen en/of vagina worden als een laatste urogenitaal probleem aangehaald. De slijmvliezen van de vagina en de urinewegen staan onder invloed van het hormoon oestrogeen. Daarnaast is het uiteinde van de urethra, net als de vagina, qua elasticiteit ook afhankelijk van oestrogeen. Doordat er tijdens de overgang minder oestrogeen wordt geproduceerd, worden de slijmvliezen dunner en wordt alles minder elastisch. Hierdoor ontstaan jeuk en pijn aan de urinewegen.

Gewichtstoename

Vrouwen tussen 20 en 56 jaar komen ongeveer 10 kilogram bij. Bij sommige vrouwen start de gewichtstoename vooral wanneer ze in de perimenopauze komen. In de menopauze zal de plaats waar het vet in het lichaam terecht komt de grootste verandering zijn. Het vet zal zich eerder op de heupen en in de buikzone ophopen.

 

Gewichtstoename is misschien geen fysieke klacht, maar heeft absoluut invloed op het psychosociaal welzijn.

Daarnaast vergroot het risico op hart- en vaatziektes soms ook door gewichtstoename.